‘Bied je iedereen in de groep hulpverlening, dan week je de meelopers los’

Verhalen uit de praktijk

Hoe zijn steekpartijen en ander bendegeweld onder jongeren tegen te gaan?  In Rotterdam werken overheidsorganisaties samen om dit probleem op een vernieuwende manier tegen te gaan. De inspiratie kwam uit Zweden. Geerten Graef van het Openbaar Ministerie in Rotterdam: “De kans op een ander leven moet je blijven herhalen.”

Officier van Justitie Loes van der Wees las in 2021 een artikel in Trouw, over verbluffende resultaten in de strijd tegen jongerengeweld in Zweden. Ze werkte op Rotterdam-Zuid en zag veel (schiet- en steek)geweld onder jongeren. Ze las hoe in Malmö het aantal schietpartijen drastisch was afgenomen. Zo telde de stad in 2018 47 schietpartijen, maar een jaar later 34 en in 2020 nog maar 20. Ook het aantal slachtoffers daalde. Ze deelde het artikel met collega Geerten Graef, beleidsmedewerker van het Openbaar Ministerie (OM) in Rotterdam. Samen gingen ze op zoek naar de Zweedse politieagent Glen Sjögren, die in het artikel aan het woord kwam. Hoe was dit mogelijk?

Beeld: ©Geerten Graef
Geerten Graef, Openbaar Ministerie

Amerikaanse methode

Zo leerden ze de gebruikte methode kennen: Group Violence Intervention (GVI). Die bleek in de jaren negentig ontwikkeld door wetenschappers Anthony Braga (Northeastern University, Boston) en David Kennedy (John Jay College of Criminal Justice, City University of New York). Bij de methode, zo legt Geerten uit, kijk je naar de groep waarvan gewelddadige jongeren deel uitmaken.

Geerten: “Je begint met de boodschap: we willen niet dat je doodgaat en we willen niet dat je anderen doodt. Elke gewelddadige groep jongeren heeft een paar aanvoerders en een grote groep meelopers. Bied je iedereen in de groep hulpverlening, dan kun je de meelopers losweken. We noemen ze ‘de aanschurkers’. Dan houd je nog een klein groepje over die je moet opsporen, vervolgen en vastzetten. De rest krijgt hulpverlening en gaat zo naar school of vindt een baan.”

Daarvoor moet de politie eerst de groep jongeren in kaart brengen die geweld pleegt. Als dat is gebeurd, hoe boek je dan vervolgens succes? Hoe week je ‘de aanschurkers’ los en krijg je ze op het rechte pad?

Geerten: “Heb je de groep in beeld, dan kan je in gesprek met de jongeren. Op straat of bijvoorbeeld met een brief. Zo kan je overbrengen: Vanaf nu kunnen we jullie preventief fouilleren. Je legt uit waarom: omdat bekend is in welke groep ze zitten en wie ze zijn. Het gaat niet om hun etnische afkomst of wijk, het gaat om hun relatie tot een steek- of schietincident. En dan doe je weer het aanbod van hulpverlening. Die lijn naar zorginstanties staat altijd open. Medewerkers van de reclassering, waar de jongeren toch al kwamen, voeren lange en intensieve gesprekken. Ook zij bieden nogmaals hulp om een opleiding of baan te vinden. De kans op een ander leven moet je blijven herhalen.”

"De kans op een ander leven moet je blijven herhalen."

Zweedse resultaten

Zo kun je als overheid ‘consequent’ optreden, zowel bij het op de huid zitten van de jongeren als bij het aanbieden van hulpverlening. Geerten: “Je zegt wat je gaat doen. Vervolgens doe je wat je hebt gezegd. Het is een persoonlijke afspraak tussen iemand in zo’n groep en de politie.”

Met een subsidie van het ministerie van Justitie en Veiligheid loopt sinds het voorjaar van 2022 een proef met GVI in Rotterdam. Momenteel worden verschillende jeugdgroepen in kaart gebracht. Na die analyse wordt een aanpak vastgesteld. Het OM werkt voor de proef samen met de gemeente, politie, Raad voor de Kinderbescherming, jongerenwerkers en Reclassering Nederland. De Amerikaanse wetenschappers denken ook mee over de uitvoering. De proef loopt tot het voorjaar van 2024. Dan worden de resultaten gemeten.

Infographic Group Violence Intervention
Beeld: ©Ministerie van Justitie en Veiligheid

Zweedse agent: ‘Deze jongeren zijn bang om in de gevangenis te komen’

Het Zweedse Malmö worstelde met veel jongerengeweld. Toen overheidsinstanties in 2018 begonnen met de methode Group Violence Intervention (GVI) werd die trend gekeerd. Van de tien tot vijftien gewelddadige groepen bleven er nog twee á drie over. Agent Glen Sjögren deelt zijn ervaringen: “Een politieagent op straat kreeg de vraag: ‘kun je aan Glen vragen of hij me belt? Ik heb hulp nodig’.”

De geweldsplegers waarvoor GVI in Malmö wordt gebruikt, zijn tussen de 18 en 28 jaar oud. Soms zit er iemand van 16 of 17 jaar oud tussen. De inzet van de methode vindt zijn oorsprong in maart 2017. De Amerikaanse wetenschapper David Kennedy, die met Anthony Braga de methode van GVI ontwikkelde, sprak op een conferentie in Malmö. Het hoofd van de politie in Malmö bezocht daarna de Verenigde Staten om meer informatie op te halen over de methode om geweld in te perken. In 2018 werd besloten tot een experiment, dat in oktober van dat jaar van start ging. Glen: “Ik had ervaring met jonge criminelen dus het hoofd van de politie vroeg mij de proef te coördineren. Daarnaast leverden ook de gemeente en reclassering een coördinator.”

Nadat de politie de belangrijkste gewelddadige groepen jongeren in kaart had gebracht, was het tijd om ze te benaderen. Glen legt uit dat de boodschap die de jongeren kregen drie delen had: “Ten eerste willen we niet dat je doodgaat of iemand anders doodt. Ten tweede: als jij of iemand in jouw groep iemand neerschiet of iets opblaast, dan heeft dat gevolgen voor de hele groep. Alle autoriteiten in de stad komen dan achter je aan, 24 uur per dag en zeven dagen per week. En ten derde: als je de criminaliteit wil verlaten, dan helpen we je.”

"Ten eerste willen we niet dat je doodgaat of iemand anders doodt."

Glen Sjögren, politie Malmö

Communicatie met gewelddadige jongeren

Deze boodschap werd onder meer afgegeven tijdens een bijeenkomst, waar een groep jongeren moest luisteren naar verschillende sprekers. Onder meer een imam, iemand van reclassering, het hoofd van de politie, een priester en een moeder van een omgekomen jongen kwamen aan het woord. Daarnaast geven politieagenten de boodschap persoonlijk af, bijvoorbeeld als ze de jongeren op straat zien. Glen: “We zijn echt op zoek naar die jongeren, om ze de kans te bieden uit de criminaliteit te stappen. We laten weten dat we ze helpen om naar een andere gemeente te verhuizen en dat ze daar coaching kunnen krijgen.”

Soms worden jongeren vier of vijf keer per dag gefouilleerd. Agenten leggen uit dat ze dit doen omdat ze deel uitmaken van een gewelddadige groep. Zo kan het voorkomen dat iemand in een conflict een schot heeft gelost. De politie gaat dan andere jongeren uit de groep opzoeken om ze weer de driedelige boodschap te geven. De groepsdynamiek is een belangrijk onderdeel van GVI. Het idee is dat jongeren in dezelfde groep elkaar afhouden van geweld omdat ze anders allemaal in de problemen komen.

Angst voor celstraf

Toen Malmö begon met GVI telde de stad tien tot vijftien gewelddadige groepen, elk bestaande uit tien tot vijftien jongeren. Medio 2022 zijn dat nog twee á drie groepen. En onder hen wordt Glen een bekende naam: “Een politieagent op straat kreeg de vraag: ‘kun je aan Glen vragen of hij me belt? Ik heb hulp nodig’. Deze jongeren zijn bang om in de gevangenis te komen.”

Helaas lijkt 2022 een gewelddadig jaar te worden. Waarom het aantal schietpartijen dit jaar hoog is, is nog niet bekend. Maar GVI blijft, na een twee jaar durend experiment, onderdeel van het gebruikelijke politiewerk. Glen: “Omdat het werkt.”

Resultaten Group Violence Intervention uit Malmö (Zweden)

Resultaten Group Violence Intervention uit Malmö (Zweden)
SchietpartijenGewondenDoden
2018471412
201934137
20202053
20212163
Brontabel als csv (88 bytes)
OM Logo
Beeld: ©Openbaar Ministerie