Verstoring van crimineel ondergronds bankieren vraagt om internationale aanpak

Verhalen uit de praktijk

Bij de financiering van criminele activiteiten moeten vaak grote sommen cash geld worden verplaatst, meestal tussen verschillende landen. Deze transacties vinden plaats met behulp van ‘crimineel ondergronds bankieren’. Officier van Justitie Kitty van den Brand en Robin de Jager van de Dienst Landelijke Recherche leggen uit hoe het werkt en hoe ertegen wordt opgetreden.

Een politieagent telt geld dat in beslag is genomen van criminelen.

Als het gaat over crimineel ondergronds bankieren, is het belangrijk eerst het verschil met hawala bankieren uit te leggen, zegt Robin de Jager, teamchef bij de politie voor het thema FINEC (Financieel Economische Criminaliteit). “Ook hawala is een informeel betalingssysteem, buiten de reguliere financiële dienstverlening om en zonder toezicht. Maar hawala heeft vaak een meer beperkte impact: het is georganiseerd vanuit een bepaalde locatie of cultuur, gaat om relatief kleine bedragen en niet per se om zwart geld. En in sommige landen is het - bij gebrek aan reguliere financiële dienstverleners - zelfs de enige manier om te bankieren. Bij crimineel ondergronds bankieren is de impact veel groter: internationale transacties van grote bedragen cash geld zijn hier gerelateerd aan de financiering van criminele activiteiten en vormen een business op zich.”

Bij crimineel ondergronds bankieren wordt gebruikgemaakt van de financiering van het grote aantal internationale (drugs)deals en het tweerichtingsverkeer hierbij. Bijvoorbeeld tussen West-Europa en Zuid-Amerika. “Net als bij gewone banken is het systeem gebaseerd op het verrekenen van schulden en tegoeden”, vertelt Kitty van den Brand. “Die verrekening maakt het mogelijk om alle cashverplaatsingen binnen de landsgrenzen te houden. Daarmee beperken criminelen de risico’s om gepakt te worden sterk. Het is hierbij van belang te benadrukken dat er niet een één op één relatie bestaat tussen de opbrengst van een specifiek drugsimport en het cash geld dat retour gaat.”
 

Schulden en tegoeden

Bij crimineel ondergronds bankieren hebben zogenaamde brokers een sleutelpositie: zij beschikken vaak over een groot wereldwijd netwerk van criminele bankiers. Zo’n bankier kan van crimineel A in Nederland bijvoorbeeld de opdracht krijgen om na een drugslevering een miljoen Euro over te maken naar crimineel B in Colombia. De broker gaat in zijn netwerk in Colombia dan op zoek naar een bankier die dat miljoen euro cash heeft liggen. Die bankier schakelt vervolgens een geldkoerier in en kan soms al binnen een half uur het geld – met aftrek van commissiekosten – bezorgd hebben bij crimineel B in Colombia, vaak weer via een andere koerier. De bankier heeft daarmee een tegoed opgebouwd, wat later wordt verrekend met een of meerdere andere deals.

“Het systeem van crimineel ondergronds bankieren is voor een groot deel gebaseerd op vertrouwen”, weet Van den Brand. “Bankiers weten veelal niet in verband met welke deal het geld verplaatst moet worden; hen gaat het alleen om de commissie die ze vangen.” De Jager vult aan: “Koeriers staan er vaak nog verder vanaf. Zij willen vooral snel en makkelijk geld verdienen, en weten soms niet eens hoeveel geld ze vervoeren. Vaak hebben deze koeriers ook geen strafblad. Bankiers zoeken ze daar ook op uit. Omdat ze zonder strafblad een kleinere kans hebben om gecontroleerd te worden.”  

Communicatie is essentieel

Al sinds 2007 doet de politie in Nederland onderzoek naar het fenomeen crimineel ondergronds bankieren, vertelt De Jager. “In eerste instantie lag de focus op de individuele geldoverdracht. Maar meer en meer is ook inzicht ontstaan in het systeem en de rol van onderlinge communicatie hierin. Die is namelijk essentieel: het onderscheppen van berichten tussen brokers, bankiers en koeriers, in combinatie met observatie, geeft ons stap voor stap inzicht in ‘wie wie is’.”

“Het onderscheppen van berichten gebeurde voorheen vooral via telefoontaps”, vervolgt hij. “Sinds de opkomst van de cryptocommunicatie is veel geïnvesteerd in het ontsleutelen daarvan. Zo hebben we de afgelopen tijd miljoenen berichten weten te onderscheppen, vaak ook in samenwerking met andere landen.”

Iemand verstuurt een bericht via een mobiele telefoon

Veroordeling na ontsleuteling berichtenverkeer via Encrochat

Wat de ontsleuteling van cryptocommunicatie kan opleveren, blijkt bijvoorbeeld uit een vonnis van de Rechtbank Rotterdam uit 2022. In deze strafzaak maakten criminelen gebruik van berichtenverkeer via communicatiesysteem en server ‘EncroChat’. Onder de onderschepte berichten bevonden zich onder meer foto’s van blokken (vermoedelijk) cocaïne. Ook ging het in de berichten over de verkoop van ‘joy blokken’ en ‘hero’. Voor de rechtbank was het duidelijk dat het hierbij om heroïne ging. 
De rechtbank oordeelde dat uit het dossier bleek dat de Nederlandse verdachte opdrachten gaf aan drie personen en dat zij verantwoording aan hem aflegden. De verdachte had een duidelijke en coördinerende rol: enkel op zijn instructie werd geld opgehaald of weggebracht. In de periode van 4 maart tot 29 april had hij ruim 16,6 miljoen euro verworven, waarvan 4,5 miljoen euro werd overgedragen. Op 1 mei had hij nog ruim 12,5 miljoen euro voorhanden. 
De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaar voor witwassen en deelname aan een criminele organisatie. 

Live meekijken

Soms ook komt de politie in de gelegenheid om het berichtenverkeer live te volgen. “Dan zien we op het scherm letterlijk afspraken tussen criminelen voorbijkomen”, vertelt De Jager. “Bijvoorbeeld over een geldoverdracht ‘om half 3 aan de Dorpsstraat 15’.” Vervolgens begint er een race tegen de klok, want het is voor de politie dan nog niet altijd duidelijk om welke gemeente het gaat. En ook als de politie er op tijd kan zijn, is het volgens De Jager nog de vraag wat zij hiermee kan en wil. “Of je iemand dan ook oppakt, hangt af van allerlei factoren. Er kan letterlijk een mensenleven op het spel staan: ingrijpen is op dat moment dan de enige optie. Maar het komt ook voor dat je bij een overdracht besluit om deze door te laten gaan, om daarmee uiteindelijk meer bewijs te kunnen verzamelen. Want ook als je bepaalde communicatie bloot weet te leggen, geeft dat vaak nog meer inzicht in een deel van het hele netwerk.”

Ook komt het voor dat de politie besluit informatie te delen met buitenlandse collega’s. De Jager: “Stel dat we bijvoorbeeld een geldkoerier hebben ontdekt die elke week naar België heen en weer rijdt. Dan zouden we deze persoon kunnen oppakken en berechten. Maar we kunnen er ook voor kiezen om contact op te nemen met de politie in België, zodat zij onze informatie kunnen koppelen aan hun eigen lopende onderzoek. Dat kan uiteindelijk weer meer inzicht geven in het hele netwerk. Om dergelijke informatie vervolgens in een strafzaak te kunnen gebruiken, moet de internationale informatieuitwisseling wel afgedekt zijn via een rechtshulpverzoek.”

Herkennen van risicosignalen

Hoewel het analyseren van onderschepte digitale communicatie dus zeer van belang is bij de aanpak van crimineel ondergronds bankieren, blijft ook observatie een belangrijk instrument. De Jager: “Bij de politie werken mensen die erin gespecialiseerd zijn om risicosignalen te herkennen. Van vreemd rijgedrag tot ingenieuze systemen om grote hoeveelheden geld te verbergen.” 

Regelmatig lukt het de politie om grote hoeveelheden geld te onderscheppen, soms bij reguliere controles, soms ‘op heterdaad’ bij een overdracht. En dan zijn er nog de zogenaamde ‘stashlocaties’. Dat zijn locaties waar ondergrondse bankiers vaak grote hoeveelheden cash in opslag hebben. Soms is dat gewoon midden in een appartementencomplex. “Daarom betrekken we bijvoorbeeld ook gemeenten en woningcorporaties; we stellen bestuurlijke rapportages op die hen helpen maatregelen te treffen en risicosignalen te onderkennen. Ook burgers kunnen een bijdrage leveren, bijvoorbeeld door het anoniem te melden als zij in de buurt ongewoon gedrag of opvallend bezoek zien.” 

Belang van inzicht

Export van onder meer XTC en hennep en de doorvoer van vooral cocaïne maken Nederland helaas een drugshub. Het crimineel ondergronds bankieren dat hiermee samenhangt is een complete ‘geldhandelindustrie’. De aanpak van crimineel ondergronds bankieren in ons land is dan ook een belangrijk speerpunt voor politie en Openbaar Ministerie. Daarbij gaat het om meer dan alleen directe opsporing, benadrukt Van den Brand. “Onderzoek naar crimineel ondergronds bankieren is ook waardevol om de theorie bevestigd te krijgen: het geeft inzicht in de werking van het systeem. Daarom vinden we het belangrijk om onze expertise ook te delen. Niet alleen in eigen land, maar ook daarbuiten.”

Een voorbeeld van deze expertise is hoe criminelen werken met zogeheten tokens, die worden gebruikt als identificatiemiddel bij de overdracht tussen twee koeriers. “Daarvoor gebruiken ze bijvoorbeeld bankbiljetten van vijf euro, die een uniek serienummer hebben. Voorafgaand aan de overdracht krijgt de persoon met het geld dan via cryptocommunicatie een foto van dat biljet. Die mag het geld dan alleen overdragen aan de persoon die dit bankbiljet in handen heeft. Het is belangrijk dat er internationaal kennis is over dit soort modus operandi. Zo proberen we het criminelen samen zo moeilijk mogelijk te maken.”