'Je kunt iemand bedreigen, maar de overheid gaat geen millimeter voor je opzij'

Verhalen uit de praktijk

Je hebt een baan waarin jouw beslissingen niet altijd door iedereen gewaardeerd worden. Part of the job, denk je. Tot je op een ochtend ineens naar een safehouse verhuist en je wekenlang constant een groep gewapende bewakers om je heen hebt lopen. Het overkwam Jos Wienen, burgemeester van Haarlem. Hij hield zich kranig staande in deze persoonlijke crisis en werkte stug door. Nu de dreiging voorbij is, vertelt hij over de impact die de situatie op hem had en nog steeds heeft.

Burgemeester Jos Wienen zit op een bank met een mok drinken in zijn rechterhand en een boek in zijn linkerhand

“Gek genoeg weet ik alleen via politie en justitie dat ik bedreigd werd. Ik had zelf geen signalen dat er iets aan de hand was. Dat was in een eerdere situatie wel zo, trouwens. Een drugsdealer van wie ik de woning sloot, vond dat zo schandalig dat hij tegen meerdere mensen vertelde dat ik het niet zou overleven. Hij werd diezelfde dag nog gearresteerd en is uiteindelijk veroordeeld tot twee jaar voor zijn drugshandel én de bedreiging aan mijn adres.

Maar in dit geval had ik dus zelf niets gemerkt. Dat maakt het ongrijpbaarder. De politie had aanwijzingen dat mijn leven in gevaar was en dus werden er maatregelen genomen. Eerst vooral politiemaatregelen: mijn huis werd in de gaten gehouden, ik werd gevolgd door undercoveragenten. Op een gegeven moment werd de dreiging zo concreet dat de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB) de beveiliging overnam.”

Geen intocht

“Dat betekende dat ikzelf én mijn gezin halsoverkop ons huis moesten verlaten. We kregen een half uur om wat spullen in te pakken. Ik ging naar een safehouse, gescheiden van vrouw en dochter, en mijn hele leven werd ineens georkestreerd en begeleid door de beveiligers van de DKDB. Zij verkenden vooraf of het veilig was om naar een afspraak te gaan, zij waren zichtbaar aanwezig en vervoerden me in een gepantserde limousine.

Bezoek in het safehouse was onmogelijk, waardoor ik behoorlijk geïsoleerd leefde. Ik mocht, na screening vooraf door mijn beveiligers, wel naar mijn werk en naar vergaderingen. Daardoor kon ik mijn werk redelijk goed blijven uitvoeren. Natuurlijk zit daar een lastige kant aan, want ik was altijd omringd door beveiligers en zij kwamen steeds vooraf controleren. Dat gaf nogal een lading aan mijn werkbezoeken. Voor mij was het ook steeds een afweging: is mijn aanwezigheid zo nodig dat het dit hele circus waard is? Eén keer heb ik afgezegd: de intocht van Sinterklaas. Die gewapende mannen vond ik zo’n enorme impact op die kinderen dat ik ervan afgezien heb.”

Qui-vive

“Een indirecte bedreiging heeft een andere impact dan een directe bedreiging, weet ik helaas uit mijn eigen ervaring. Gelukkig werd de dader die eerste keer nog dezelfde dag aangehouden, dat gaf wel een gevoel van veiligheid. Al vroeg ik me twee jaar later, toen hij weer op vrije voeten kwam, wel af: is er nog een gevaar voor mij? Gelukkig ben ik geen tobberig persoon. Ik was dus wel op mijn qui-vive, maar dat was ook alles. In het meest recente geval wist ik niet wat er achter mijn bescherming schuil ging. Uit de schaarse momenten dat ik wat hoorde, kon ik afleiden dat het echt serieus was. Zo wilde ik een keer wat spullen ophalen in mijn eigen huis. Na verkenning zei de DKDB: ‘Dat is niet zo’n heel verstandig idee.’ Dat is wel eng, want dat betekent dat er een verdachte situatie is bij je huis. Zo voel je hoe serieus het is. Maar tegelijk voelde ik me ook altijd op mijn gemak door de professionele beveiliging om me heen. Wellicht maakt dat het makkelijker om je niet uit het veld te laten slaan. Ik vond het niet moeilijk om te blijven functioneren.

Uiteindelijk heb ik me wel een beeld gevormd van waar ik het gevaar moest zoeken. Dat wierp extra lading op bepaalde zaken waar ik bij betrokken was en op mijn besluiten. Maar ik ben heel stellig geweest vanaf het moment dat ik bewaakt werd: ik treed niet terug uit mijn functie; ik ga niet opzij voor bedreigingen. Je kunt iemand bedreigen, maar de overheid gaat geen millimeter opzij. Ook in de aard van mijn werk liet ik me niet beteugelen. Niemand hoefde van mij te verwachten dat ik mijn werk anders ging doen vanwege die bedreiging. Ik faciliteer geen criminelen.”

Hartverwarmend

“De hele situatie heeft een positief psychologisch effect gehad op me. Dat klinkt misschien gek, maar ik bedacht me: mijn werk doet er blijkbaar écht toe. Daarnaast heeft het ook mijn band met inwoners van de stad verbeterd. Ik heb zoveel steun ontvangen, dat was hartverwarmend. Ik heb, zogezegd, geen eenzame strijd gevoerd en ik voelde me gesterkt door de bevolking van Haarlem om te blijven doen waar ik voor aangesteld ben.

Verder is het op persoonlijk vlak vooral heel vervelend. Mijn dochter en mijn vrouw zijn in een andere stad gaan wonen zodat mijn dochter daar in alle rust haar school kon afmaken. Mijn vrouw heeft tot voor kort nog bij onze dochter gewoond en is pas in de zomer van 2023 teruggekeerd naar ons huis in Haarlem. Gelukkig is het nooit tussen ons in komen te staan. Dat lijkt me verschrikkelijk, als je voelt dat je gezin eronder gebukt gaat.

De beveiliging is inmiddels helemaal afgebouwd. Dat is nog wel een spannend moment, want je hebt natuurlijk geen volstrekte zekerheid dat die dreiging werkelijk verdwenen is. Je kunt je afvragen of dit niet het meest onveilige moment is, want wie vertelt je dat die persoon of groep niet heeft gewacht tot dit moment om toe te slaan?”

Routines

“Of die dreiging zich ooit kan herhalen? Ik sluit het niet uit. En ik moet toegeven dat er heel af en toe een moment is dat ik even extra alert ben. Mijn beveiligers zeiden altijd: ‘Pas op dat je niet al te veel routines hebt. Ga niet altijd op hetzelfde moment naar de sportschool en fiets niet altijd op hetzelfde moment van de dag dezelfde route.’ Soms denk ik ineens: goh, ik neem een andere weg. Maar verder heeft het gelukkig geen impact meer op mijn leven. Ik kan niks uitsluiten, maar ik heb niet het gevoel dat er nu iemand rondloopt die het voorzien heeft op mijn leven. En dat, geef ik toe, is toch wel een geruststellend gevoel.”