Overheid en bedrijven gaan in Rotterdamse haven georganiseerde criminaliteit te lijf

Verhalen uit de praktijk

In de Rotterdamse haven bundelen overheidsinstanties en bedrijven hun krachten om georganiseerde criminaliteit te bestrijden. Deze publiek-private samenwerking is onmisbaar om de veiligheid te vergroten, vertellen Loes van der Wees (Openbaar Ministerie), Niels van der Sanden (Zeehavenpolitie) en Bas Janssen (Deltalinqs, ondernemersvereniging van bedrijven in de haven).
 

Gestapelde containers in de haven van Rotterdam

Vrachtschepen, watertaxi’s en een pannenkoekenboot: ze zorgen op de Nieuwe Maas in Rotterdam voor een sterke golfslag. Op de kade wandelen drie mensen die betrokken zijn bij de aanpak van misdaad in de haven: Officier van Justitie Loes van der Wees, operationeel specialist Niels van der Sanden van de Zeehavenpolitie en Deltalinqs-directeur Bas Janssen.

In het gesprek worden schrikbarende voorbeelden aangehaald. In een onderzoek naar misdaad in de haven werd bij iemand thuis, ‘in een grote tas naast de wasmachine’, 1,8 miljoen euro contant geld ontdekt. “Dat verpest alles”, zegt Loes. “Ze kunnen iedereen omkopen en allerlei bedrijfsmiddelen kopen voor hun criminele activiteiten.” Niels vult aan: “Onlangs is bij een corrupte medewerker van een rederij acht miljoen euro cash gevonden. Zo waardevol kan iemand met kennis van de haven dus zijn voor criminelen.”

Over de aanpak van dit soort problemen kunnen de drie veel vertellen. Ze kunnen ook veel níet vertellen, om criminelen niet wijzer te maken. Ze willen wel kwijt dat de overheid en bedrijven elkaar in Rotterdam goed weten te vinden.

Niels van der Sanden (Zeehavenpolitie), Bas Janssen (Deltalinqs) en Loes van der Wees (Openbaar Ministerie).

Integere haven(medewerkers)

Daar kunnen Bas en Loes persoonlijke voorbeelden van geven. Dertien jaar geleden richtten politie, Openbaar Ministerie (OM) en gemeenten hun aandacht op de integriteit van medewerkers in de Rotterdamse haven. De import van cocaïne, veelal mogelijk gemaakt door corruptie, was toen al een groot probleem. Officier van Justitie Loes van der Wees zocht voor het programma Integere Haven de samenwerking met bedrijven: “It takes two to tango" was onze slogan. Ik was toen blij dat jij erbij kwam, Bas.” Hij herinnert het zich nog: “Op de eerste bijeenkomst over corruptie en misdaad voelde ik me een beetje Alice in Wonderland. Zo’n 95 procent van de aanwezigen was van de overheid.”

Loes: “We begonnen met een 'book of crime': je beschrijft het hele proces van drugshandel. Van de verzending van drugs uit een ander land totdat de coke hier op straat belandt. Vervolgens kijk je waar je dat proces kunt verstoren. Neem het melden van verdachte situaties. Weet iedereen in de haven waar je iets kunt melden? Weet de persoon die de telefoon opneemt de juiste vragen te stellen als een melding binnenkomt?” Dat proces in beeld houden is knap lastig: “Er is geen beroepsgroep die zich zo snel aanpast als criminelen”, zegt Bas.

De Erasmus Universiteit Rotterdam rondde in 2019 een rapport af naar drugssmokkel in de haven. “Dat was heel belangrijk, omdat het goed de aard en omvang beschreef van de problematiek. Ook de bedrijven werden zich veel bewuster hiervan”, zegt Bas. “Waar de bestrijding van misdaad eerst de verantwoordelijkheid van een securitymanager was, werd het binnen een onderneming een taak van een directeur.”

Maatregelen gebundeld in Uitvoeringsagenda

Er kwam na de studie een zogeheten Uitvoeringsagenda, waar het programma Integere Haven onderdeel van is. De agenda bundelt alle doelen en maatregelen om de veiligheid in de haven te vergroten. Zes partijen komen daarvoor samen in actie: de politie, Douane, gemeente, Belastingdienst, het OM en Deltalinqs. Ze vergaderen ongeveer een keer in de zes weken, maar pakken continu de telefoon als ze iets willen bespreken. Ze kijken naar een veelheid aan onderwerpen. Van integer gedrag tot toegang tot containerterminals. Van de bestrijding van cybercrime tot de aanpak van criminele geldstromen.

Er zijn tal van voorbeelden van de manier waarop criminaliteit wordt bestreden. Zo zijn er honderden beveiligingscamera’s in de haven. Een vrachtwagenchauffeur die een container wil ophalen, komt ook niet zomaar binnen. Hij moet een pas laten zien en een hand op een scanner leggen. Er is ook een waarschuwingsregister voor de logistieke sector (WLS). Daarin beland iemand als er ooit aangifte tegen hem of haar is gedaan. Solliciteert deze persoon bijvoorbeeld bij een overslagbedrijf dat deelneemt aan het WLS, dan kan de onderneming toetsen of hij of zij in het register voorkomt.

Voor bedrijven in de haven bestaat er ook een training om medewerkers weerbaarder te maken tegen criminelen die hen willen verleiden tot hulp bij drugssmokkel. En wordt in een speciaal voor deze gelegenheid omgebouwde zeecontainer met behulp van 360 graden video en VR-techniek een inkijk gegeven in de benaderingsmethodes van ronselaars en hoe men daar het beste mee om kan gaan.

Ook zijn er, dit/vorig jaar, medewerkers gecontroleerd. Voor een periode van drie maanden, op een plek in de haven waar containers uit Zuid-Amerika aan wal komen. Zo trof de politie mensen tussen de containers die geen toegang horen te hebben tot de terminal. Niels: “We ontdekten mensen die simpel bij de containers konden komen, maar daar niet thuishoorden. De weerbaarheid van bedrijven moet daarom verbeteren. Dat lukt enkel door intensief samen te werken en bijvoorbeeld data met elkaar te delen.”

Daarnaast spoort het Hit and Run Cargo-team (HARC) naar drugs in de haven. In 2021 onderschepte het in totaal 72.808 kilo cocaïne, bijna twee keer zo veel als in 2020. Sinds kort deelt het team vertrouwelijke informatie met vijf grote rederijen. Niels: “We zeggen: je krijgt informatie, maar we willen later wel horen wat je er mee hebt gedaan.” Loes vult aan: “Vanuit de overheid is dat best spannend. Je geeft informatie weg aan een partij die je niet aan een touwtje hebt. In vol vertrouwen.” Bas licht toe dat het goed is dat die ondernemingen op deze manier een goede bijdrage kunnen leveren aan het bestrijden van de criminaliteit “Bedrijven kunnen niet meer zeggen: ‘we schuiven alleen maar dozen door’.” Niels: “En je personeel loopt ook nog eens gevaar. Kijk, uiteindelijk is onze strategie erop gericht om bedrijven weerbaarder te maken. Opsporen niet als doel op zich, maar als middel in een grote strategie. Een strategie die bedrijven moet helpen om op het gebied van IT, werkprocessen en HR-aanpassingen te doen. Alles om personeel te beschermen tegen criminelen, want de bedrijven en het personeel zijn in basis goed. Het zijn werkprocessen of IT die rammelen en daar maken criminelen te eenvoudig misbruik van.”

Combinatie van acties nodig

Kijkend naar de toekomst is er niet één specifieke maatregel die het verschil gaat maken, zegt Loes. Er zijn volgens haar meerdere acties nodig: “Er is geen silver bullet. Ook wetgeving is als een van de instrumenten belangrijk om barrières op te bouwen tegen criminelen. Dankzij de zogenoemde uithalerswet kunnen mensen die nu zonder reden op een haventerrein zijn een gevangenisstraf krijgen. Voor de inwerkingtreding van de wet was dat alleen een geldboete. Dat helpt toch. Bij een zitting waar ik onlangs was, legde de rechtbank Rotterdam die gevangenisstraffen ook op, maar het Gerechtshof ging daar niet in mee. Het Hof in Den Haag oordeelde dat er pas reden is om een gevangenisstraf op te leggen als een verdachte, kort samengevat, al eerder veroordeeld is in verband met drugshandel. Na dat oordeel zagen we dat er meer mensen zonder strafblad op het haventerrein werden aangetroffen. Zo wendbaar zijn criminele organisaties dus.”

Naast het delen van data, zoals gebeurt met de vijf rederijen, vindt Niels ‘HR’ belangrijk. Hij vindt dat mensen die actief willen zijn in de haven beter onderzocht moeten worden: “Als jij en ik bananen willen importeren vanuit Costa Rica, dan kunnen we daar morgen mee beginnen in Rotterdam. Dan hoef ik niet eerst aan te geven hoeveel ik weet van de logistieke sector. Er wordt me niet gevraagd of ik ergens verstand van heb. Naast de toegang tot het terrein is die aandacht voor mensen belangrijk.” Inmiddels overleggen de zes betrokken partijen ook over de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) die sommige mensen in de haven nodig hebben. Zo wordt gekeken of je aan meer eisen moet voldoen om de VOG te krijgen, maar ook naar andere screeningsmogelijkheden, vertelt Bas. Loes: “Ook hier geldt: het is een onderdeel van verschillende maatregelen die nodig zijn.”

Niels vult aan: “We moeten samen met Antwerpen en Hamburg optrekken. Dan nemen we als grote havens dezelfde veiligheidsmaatregelen en creëren we een Europees level playing field.” De banden tussen de zes organisaties zijn warm. Bas: “We weten elkaar snel te vinden. Aan de ene kant zijn we een wereldhaven. Aan de andere kant hebben we in Rotterdam ook het karakter van snel schakelen in het praatcafé.”