Een 13-jarige met een mes in zijn tas. Groepsapps waarin je binnen een paar berichtjes een vuurwapen kunt kopen. En ouders die niet eens weten wat hun kind op straat uitspookt. In veel wijken in Nederland is het dagelijkse realiteit. Het landelijke programma Preventie met Gezag helpt gemeenten voorkomen dat jongeren betrokken raken bij georganiseerde of ondermijnende criminaliteit. Sinds kort loopt het programma ook in Rijswijk.

Dennis Bodano, Edwin Engelhart en Larissa Bentvelzen.

‘Rijswijk is een kleine gemeente met grootstedelijke problematiek,’ begint wethouder Larissa Bentvelzen. ‘Met de meeste jongeren in Rijswijk gaat het gelukkig goed, maar met een kleiner deel helaas niet. Die geven overlast in de buurt, of dealen in drugs. Daarom krijgen we gedurende drie jaar geld van Preventie met Gezag.’

Preventie met Gezag (PmG) startte in 2022 en helpt de meest kwetsbare wijken van Nederland. Het doel is om door duidelijke grenzen te stellen en jongeren betere kansen te bieden, de weerbaarheid van jongeren tegen de verleidingen van criminaliteit te vergroten. Naast de 27 gemeenten die PmG hierbij structureel ondersteunt, ontvangen sinds de zomer van 2024 twintig gemeenten een financiële bijdrage voor maximaal drie jaar. Eén van die twintig gemeenten is Rijswijk. Bentvelzen: ‘Dankzij het extra geld kunnen we meer doen dan voorheen. En zo voorkomen dat kinderen en jongeren betrokken raken bij georganiseerde en ondermijnende criminaliteit, of daarin verder afglijden.’

Incidenten

De keuze voor Rijswijk komt niet uit de lucht vallen. De stad ligt ingeklemd tussen Delft en Den Haag, waar relatief veel jeugdcriminaliteit voorkomt. Jongeren bewegen zich dagelijks tussen deze steden. ‘Criminaliteit stopt niet bij de gemeentegrens.’ zegt Bentvelzen. ‘In Rijswijk hebben we regelmatig incidenten rondom scholen, waar jongeren worden afgeperst of mishandeld. Vaak zijn daar dan ook jongeren uit omliggende gemeenten bij betrokken.’

Nieuwe elementen

Met het geld van het Rijk worden bestaande initiatieven ondersteund én nieuwe maatregelen mogelijk gemaakt. ‘We bouwen verder op wat er al was, zoals het reguliere jongerenwerk en onze samenwerking met de politie, de scholen en andere betrokken partijen’, zegt Dennis Bodano, projectleider van Preventie met Gezag in Rijswijk. ‘Maar we voegen nieuwe elementen toe, om risicojongeren eerder in beeld te krijgen. Zo werken we nu bijvoorbeeld samen met online jongerenwerkers van Epic Youth. Zij organiseren game-avonden, livestreams en andere online activiteiten. Deze jongerenwerkers herkennen signalen van psychische problemen, zoals eenzaamheid, agressie en/of grensoverschrijdend gedrag. Ze letten op terugtrekkend gedrag of negatieve uitspraken in chats of tijdens livestreams. Als het nodig is, schakelen ze hulp in zoals Welzijn Rijswijk.'

Online en offline risico’s

De online-wereld kent grote risico’s op betrokkenheid bij georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. Jongerenwerker Edwin Engelhart ziet het dagelijks gebeuren: ‘Via Telegram of Snapchat kun je tegenwoordig heel makkelijk aan allerlei illegale goederen komen. Vapes, drugs, wapens. Die verkopen jongeren met winst weer door. Voor jongeren die graag aan “snel geld” willen komen is de verleiding enorm.’ Soms worden jongeren online geronseld om “klusjes” uit te voeren voor grotere criminelen, die ze nooit zullen ontmoeten. Volgens Bentvelzen is een deel van de online wereld een “donkere en enge plek”, waar volwassenen vaak geen goed zicht meer op hebben. ‘Je moet er middenin zitten om te begrijpen wat er speelt en hoe snel zaken uit de hand kunnen lopen.’

De straat op

De risico’s ontstaan dus vaak online, maar de gevolgen zie je op straat. Daarom is fysiek aanwezig zijn in de wijken heel belangrijk. Engelhart en zijn collega’s doen dat, net als de jeugdboa van de gemeente, zichtbaar en herkenbaar. ‘We spreken jongeren en buurtbewoners, en horen waar de zorgen zitten. Dat werkt. Neem het Rijswijkse Kruisvaarderspark: daar hadden omwonenden veel overlast van jongeren, ook van jeugd uit Den Haag. Samen met jongerenwerkers, politie, boa’s en de veiligheidscoördinator van de school zijn we aan de slag gegaan. Met gesprekken, met straffen en met cameratoezicht. Sindsdien was het een periode rustig. Recent vond in het Kruisvaarderspark opnieuw een incident plaats, waarbij een minderjarige jongen met een mes werd gestoken. De betrokken partijen hebben daarop weer verschillende maatregelen opgeschaald, waaronder opnieuw cameratoezicht.  Wethouder Bentvelzen vult aan: ‘Dit toont aan dat we blijvend moeten investeren. Buurtbewoners zien dat we zonder die samenwerking de rust toen niet hadden kunnen terugbrengen. En dat geldt nu wederom.’

Inloopplek

In Rijswijk krijgen de jongeren zelf een actieve rol in de aanpak. ‘We bedenken oplossingen niet alleen voor jongeren, maar samen met hen,’ zegt Bentvelzen. ‘Daar waren we als overheid niet altijd goed in. Nu wel.’ Een goed voorbeeld is het realiseren van de nieuwe inloopplek “nextgen” in het wijkcentrum Stervoorde. Engelhart: ‘We zagen in het winkelcentrum jongeren rondhangen en rotzooi trappen en vroegen ze waarom. Het antwoord was simpel: er was geen plek om elkaar op een leukere manier te ontmoeten. Toen zijn we samen met die jongeren gaan kijken waar dat wél zou kunnen. Er is nu een vaste inloopplek waar ze chillen, gamen en met elkaar praten. We zijn daar nu vaak. Dan luisteren we naar waar jongeren het over hebben en pikken we soms weer nieuwe signalen op. Dat werkt: er wordt niets gesloopt en het contact tussen de jongeren en de jongerenwerkers is goed. Daardoor winnen we vertrouwen.’

Veiliger scholen

Op en rondom scholen liggen kansen voor een preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit. ‘We zien leerlingen die geronseld worden, die dealen, die betrokken zijn bij geweld of die slachtoffer zijn van intimidatie,’ zegt Engelhart. ‘Maar scholen zijn niet alleen plekken waar problemen zichtbaar worden. Het zijn óók plekken waar je jongeren bereikt.’ ‘Rijswijk doet daarom onder andere mee aan het project Dealbreakers‘, vertelt Bodano. ‘Dat initiatief is in 2021 gestart door het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC) Den Haag en bestrijdt drugscriminaliteit onder jongeren in deze regio’.

Weerbaarheid begint vroeg

‘Er zijn kinderen van elf of twaalf jaar die al met drugs of andere criminele activiteiten in aanraking komen,’ weet Bentvelzen. ‘We kijken dus ook naar jongere leeftijdsgroepen. Als je daar nu niets mee doet, is het straks te laat.’ Daarom starten we binnenkort het lesprogramma Kapot Sterk op basisscholen. Kinderen uit groep 7 en 8 krijgen weerbaarheidstraining, ondersteund door agenten en jongeren die zelf ervaring hebben met criminaliteit en soms zelfs gevangen hebben gezeten. En we onderzoeken of onze basisscholen mee kunnen doen aan het samenwerkingsverband VRIS (Veilig Rond en In scholen)

Persoonsgerichte aanpak

Bodano: ‘Voor jongeren die al met één been in de criminaliteit staan, zetten we in Rijswijk in op een persoonsgerichte aanpak. We willen voorkomen dat zij verder afglijden in criminaliteit, niet alleen door met ze praten, maar ook door te handelen. Denk aan hulp bij schulden, opleiding of werk én aan grenzen stellen en straffen als het moet. De persoonsgerichte aanpak is intensief: voor elke jongere maken we een plan met afspraken over veiligheid, zorg, opleiding en toekomst. Zorg, school en politie overleggen samen en houden elkaar goed op de hoogte.’ Engelhart is ervan overtuigd dat zelfs jongeren die al diep in de problemen zitten, nog geholpen kunnen worden. ‘Negen van de tien jongeren willen echt wel wat anders met hun leven. Maar je moet ze op het juiste moment iets bieden.’

Ouders

Wat de aanpak soms echt lastig maakt, is dat ouders zich te weinig met hun kinderen bezighouden, vindt Bentvelzen. ‘Zeker in kwetsbare gezinnen zien we dat ouders soms totaal niet weten wat hun kinderen uitspoken, of glashard ontkennen dat hun kind in de problemen zit,’ zegt Bentvelzen. Bodano: ‘En als ouders wél betrokken zijn, weten ze vaak niet wat ze moeten doen. Rijswijk zet daarom ook in op het trainen van ouders, om hen meer kennis over de risico’s van de online-wereld bij te brengen en hen meer betrokken te krijgen.’ En we willen weten hoe we ouders beter kunnen betrekken. Daarom starten we binnenkort met een werkgroep om ouderbetrokkenheid op scholen te vergroten.’

Meetbaar

Engelhart: ‘Ik vind dat je al op de basisschool moet beginnen met voorlichting geven aan kinderen over de risico’s van criminaliteit. Daarna zou ik regelmatig met ze in gesprek willen blijven en na ongeveer tien jaar nog eens bekijken hoe het met ze gaat. En dan vragen wat ze nou echt heeft geholpen. Ik ben er namelijk van overtuigd dat ons werk nuttig is, maar ik wil graag weten welke aanpak het beste werkt. Het succes is vaak lastig meetbaar te maken. We overtuigen misschien maar een paar jongeren, maar die hebben wél invloed op hun hele vriendengroep. Op die manier hopen we de groep jongeren die op het rechte pad blijft flink te vergroten.’

Borgen

De financiering vanuit het Rijk loopt drie jaar. En daarna? Bentvelzen: ‘We bekijken of we al die maatregelen daarna zelf kunnen betalen.’ In betrekkelijk korte tijd is er al veel bereikt, vindt ze. ‘We hebben nieuwe initiatieven opgestart en de samenwerking versterkt tussen organisaties die zich bezighouden met preventie van jeugdcriminaliteit en hulpverleners en handhavende instanties zoals de politie. Ik hoop dat we over drie jaar echt al een verschil hebben kunnen maken in het leven van jongeren. Dat we perspectief hebben geboden en dat het met nóg meer Rijswijkse jongeren “gewoon goed” gaat.’

Meer informatie

Projectpagina Preventie met gezag | Gemeente Rijswijk